Kerstverhaal deel 3: toekomst

Tweede Kerstdag is normaal gesproken een rustige dag, maar nu was het wel heel rustig. Zo rustig, dat zij al na een paar ritten mocht stoppen, het was nog vroeg in de middag. Dat vond ze aan de ene kant niet erg, want de auto was niet warm te krijgen als er niets te doen was en haar voeten waren als klompjes van die natte sneeuwprut. Maar ze was niet berekent op een dag vrij. Ze had niet veel te eten in huis en de paar vrienden die ze had, hadden al andere plannen.

Thuisgekomen gaf ze eerst de verwarming maar eens een draai, want nu was het wel de moeite waard. Ze bleef net zolang douchen tot ze het weer warm genoeg had, trok een paar extra dikke sokken aan. En met een boek in de hand plofte ze neer op de bank en verstopte haar lichaam onder een plaid, de verwarming was nog volop bezig. Maar dat boek rolde al snel op de grond, ze viel in slaap.

En opnieuw kreeg ze een droom. Dit keer zag ze zichzelf terug, in haar huidige huis, dat nu verwaarloosd was. Zelf zag ze er veel ouder uit. Ze schatte wel zo’n twintig jaar en ze schrok van wat ze zag. De groeven in haar ontevreden gezicht waren diep, haar houding was gebogen en ze verzorgde zich niet meer zo goed. Ze hoefde niet meer alle dagen de deur uit om te gaan werken, dus waarom zou ze ook.
Een ander tafereel toonde een Kerstavond in haar oude huis. In de woonkamer dezelfde lange, luxe gedekte tafel, maar wie waren die mensen? Het duurde even, maar toen ze hun stemmen hoorde, herkende zij hen. En ze spraken over haar!
‘Hoe zou het toch zijn met Ma? Ik heb haar weleens gebeld, een paar keer zelfs, maar ze houdt steeds de boot af,’ zei haar dochter. ‘Het is al zo lang geleden, we koesteren allang geen wrok meer,’ antwoordde haar zoon. Ze zaten aan een grote, lange tafel. Haar kinderen waren volwassenen en hadden zelf ook inmiddels tienerkinderen, haar kleinkinderen!  ‘Ik krijg ook nooit een reactie van haar, ze heeft zich helemaal teruggetrokken.’ sprak haar man. Het kalme, serene moment vervaagde en ze kreeg opnieuw zichzelf in beeld. Haar huis zag er nu bijna onbewoonbaar uit. Ze zag zichzelf de deur uitkomen en de straat op gaan en de mensen liepen met een boogje om haar heen. Stonk ze zo?

Badend in het zweet schrok ze wakker, het was inmiddels goed warm geworden. Snel sloeg ze de plaid van zich af en kwam overeind. Ze was geschokt. Dit was geen droom, dit was een nachtmerrie. Snel keek ze de kamer rond en haalde opgelucht adem: ‘Een beetje rommelig, maar wel netjes,’ vond ze. Ze zakte weer terug en pakte haar boek weer op en las verder, maar stopte daar gelijk weer mee: ‘Rare meid, je kan je toch niet concentreren?’ Jaren had ze haar verdriet en gemis uit haar hart en hoofd verbannen. Maar nu kwam er het kleine sprankje hoop dat haar man en haar kinderen niet eeuwig boos zouden blijven. Dat idee liet haar niet meer los en het verlangen werd alsmaar sterker. Ze begon door de kamer te ijsberen. ‘Zou ze zelf initiatief durven nemen? Zou ze er zomaar naartoe durven gaan?’ Bloednerveus nam ze het stoute besluit om naar hun huis te gaan. Bang om opnieuw gekwetst te worden, maar wetende dat ze eerder geen rust zou hebben.

Met een hevig trillende hand belde ze aan. Tot de tijd dat de deur openging was ze al drie keer gevlucht en schoorvoetend teruggelopen. Haar man deed open (ze weigerde nog steeds ex-man te zeggen, ook al waren ze gescheiden). Zijn blik was eerst nietszeggend, toen vol ongeloof, maar daarna verzachtend, hij zag hoe nerveus zij was. ‘Wil je binnenkomen? We gaan net aan tafel,’ vroeg hij zacht. ‘Als het mag’, antwoordde ze onzeker.
In de woonkamer viel het gesprek stil. Eerst keken ze elkaar aan, verschillende emoties vochten om voorrang op de gezichten, maar blijdschap en tranen wonnen het. Langzaam kwamen haar zoon en haar dochter op haar af en sloten haar in de armen. Ze zag haar man overleggen met zijn vriendin, die naar de keuken verdween en met een extra couvert terugkwam. Ze wist dat deze vrouw haar plek in huis had gekregen, dat accepteerde zij.
Warmte overspoelde haar en de tranen kon ze niet langer tegenhouden. Bevrijd van de koude, donkere jaren, schoof ze dankbaar aan tafel.

Geplaatst in: Werk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.