Gelukkig Nieuwjaar

Het is Oudejaarsdag als ze mag werken. Een rare dag. Het is geen feestdag, dat is het morgen pas. Toch zijn de meesten vrij en nemen een verwachtingsvolle aanloop naar de avond. Dan is het wel feest. Voorafgaand aan de avond zijn de voorbereidingen, zoals genoeg eten en drinken in huis halen en champagne, maar bovenal het bakken van oliebollen en appelbeignets. Zelf doet ze daar altijd graag aan mee, maar vandaag gaat dat niet.Ze laat een oudere dame instappen, een beetje dovig en met een flinke aardappel in de keel: ‘Dag lieve kind, mag ik weer eens met jou meerijden?’ vraagt ze luid en duidelijk.
‘Alleen als u zich gedraagt,’ zegt ze met een knipoog.
‘Nou, dat kan ik nog niet beloven hoor,’ kaatst ze terug.
Onderweg vraagt ze: ‘Moet je tot laat werken vanavond?’ Tot een uur of tien, elf, vermoed ik.’
Haar gedachten gaan daarop direct naar de komende avond. Tussen twaalf en twee wordt er nooit taxi gereden en nachtdiensten rijdt ze niet. Na tien uur is iedereen wel op bestemming zodat ze snel naar huis kan, om met haar neus in de boter in een huis vol visite te komen. De sfeer is er dan al, de meesten hebben al een paar drankjes op. Het is dan een kwestie van snel omkleden en lekker zelf ook nog wat drinken en happen voordat het twaalf uur is en de champagne open gaat.
Ze schrikt op van een enorme knal in de buurt van haar taxi, als ze even stilstaat bij een kruising. Zelfs haar passagier komt los van haar stoel. ‘Ellendige jongens!’ roept ze.
‘Ja, dat is het enige vervelende van werken op Oudejaarsdag,’ beaamt ze.
Overal in de wijken ziet ze al een hele middag groepjes jongens met plastic tasjes. Het ene tasje vol met vuurwerk, het andere tasje met blikjes bier. Na een aantal biertjes en een tas met vuurwerk waar maar geen eind aan wil komen, gooien ze de rotjes verveeld rond,  zonder dat ze zien waar het terecht komt.
‘Je zou ze toch,’ moppert ze nog door.
‘Oh, dus dat hoorde u toch wel?’
‘Zeg, niet de draak met mij steken, hè!’ en ze deelt speels een tik uit.
Onder het rijden valt haar passagier de groepjes jongens nu ook op: ‘Ze schieten hun geld zo regelrecht de lucht in.’
‘Ja, het zou verboden moeten worden’.
‘Wat zeg je, lieve kind?’
‘Het zou verboden moeten worden,’ antwoordt ze luid.
‘Je houd me toch niet voor de gek, hè?’
‘Ik zou niet durven,’ antwoordt ze. Maar de grote grijns op haar gezicht kan evengoed het tegenovergestelde bedoelen.
Op bestemming aangekomen, ging de deur van het huis al open.
‘U wordt verwacht,’ zegt ze wijzend naar de persoon in het open deurgat.
‘Wat zeg je?’
‘U wordt verwacht,’ herhaalde ze luid, met opnieuw een grote grijns.
Snel stapte ze uit en hield de portier open.
‘Hou je me nu weer voor de gek? Nou ja.
Lieve kind, een heel gezellig uiteinde vanavond!’
‘Voor u ook een gelukkig Nieuwjaar, mevrouw…’

Geplaatst in: Werk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.